Ga naar de inhoud van de pagina

Cementeringsdiepte definitie

Gecementeerde onderdelen zijn stalen werkstukken die een warmtebehandeling ondergingen. Hierbij wordt het werkstuk opgekoold, gehard en vervolgens getemperd. Dit zorgt voor een hard en slijtvast oppervlak, terwijl de kern relatief zacht en taai blijft.

De bepaling van de cementeringsdiepte CHD wordt beschreven in de norm ISO 2639.

Cementeren wordt toegepast op niet-hardbare staalsoorten. Opkolen met een opkoolmedium (bv. gas of koolstofgranulaat) bij een temperatuur van 850-950 °C verrijkt de oppervlaktelaag met koolstofatomen. Deze diffuseren van bij het verrijkte oppervlak naar de kern. Het resultaat is een merkbaar afnemend koolstofprofiel van het oppervlak naar de kern. Vervolgens wordt het werkstuk gehard. Dit veroorzaakt een gewenste verandering en conversie van de structuur afhankelijk van de hoeveelheid koolstof in de oppervlaktelaag. Na het harden wordt het stuk getemperd om de taaiheid te verhogen en de interne spanningen te verlagen.

Cementeringsdiepte in relatie tot de hardbaarheid

De cementeringsdiepte (CHD) beschrijft de verticale afstand van het oppervlak van het sample tot een laag met een grenshardheid van 550 HV. Dit wordt grafisch afgeleid uit een curve.

Bepaling van de cementeringsdiepte

  • Bij precies gedefinieerde afstanden worden hardheidsmetingen uitgevoerd, zie de illustratie. De gebruikte testmethode is Vickers of Knoop met een testlast tussen 0,98 - 9,8 N.
  • De cementeringsdiepte (CHD) wordt afgeleid uit een curve die de hardheid beschrijft in functie van de afstand tot de rand van het sample-oppervlak (randafstand) door de afstand te bepalen bij een grenshardheid van 550 HV of de daarmee overeenstemmende Knoop waarde.

Als u meer wil weten over hardheidsmetingen en onze hardheidsmeters,

contacteer dan een van onze experten. Wij kijken er naar uit u te adviseren.

Contacteer ons

Passende producten voor bepaling van de cementeringsdiepte CHD

Top